PDF Opties

1. Algemene dekkingsmiddelen

Algemeen

De algemene middelen van de gemeente dekken de kosten van de programma's. Dit betreft middelen waar geen voorafgaand specifiek bestedingsdoel aan ten grondslag ligt. De algemene uitkering uit het gemeentefonds is de belangrijkste vrij besteedbare inkomstenbron voor de gemeente. Het Rijk bepaalt de hoogte van deze algemene uitkering. De gemeente kan ook zelf inkomsten genereren door het heffen van belastingen, waarvan de onroerendezaakbelasting de belangrijkste is. De opbrengst van belastingen kent, in tegenstelling tot heffingen als het rioolrecht en afvalstoffenheffing, geen vooraf bepaald bestedingsdoel en behoort tot de algemene dekkingsmiddelen. Overige vrij besteedbare middelen zijn de dividenden van deelnemingen en het renteresultaat verbonden aan de financieringsfunctie.

Tot de algemene dekkingsmiddelen behoren de baten en lasten van:

  • lokale belastingen en heffingen;

  • de algemene uitkering uit het gemeentefonds;

  • het gemeentelijk financieringsbeleid, het saldo van de externe vaste geldleningen en de intern toegerekende rente aan activa en grondexploitaties;

  • de baten en lasten die verbonden zijn aan financiële deelnemingen;

  • incidentele baten en lasten over voorgaande jaren;

  • algemene baten en lasten waaronder onvoorziene inkomsten en nog te bestemmen middelen (stelposten).

Gemeentefonds

De uitkering uit het gemeentefonds is gebaseerd op de decembercirculaire 2021.

De uitgavenontwikkelingen binnen de verschillende ministeries hebben direct gevolgen voor de groei en/of krimp (het accres) van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. In het najaar 2020 was het definitief accres voor 2021 al vastgesteld op een (nominale) groei van 3,71%. Dit in verband met de afspraak van de VNG met het kabinet om de accressen te bevriezen voor de jaren 2020 en 2021. Dat geeft in coronatijd rust en stabiliteit, zowel voor de gemeenten als de Rijksoverheid. Naar analogie van het accres is tevens het BCF plafond bevroren in die jaren.

In 2021 zijn drie circulaires verschenen (mei, september en december) over het financieel perspectief voor gemeenten. De belangrijkste ontwikkelingen uit deze circulaires stonden in het teken van:

  • Aanpak problematiek jeugdzorg. Naar aanleiding van de uitspraak van de Commissie van Wijzen is het kabinet in mei 2021 in gesprek gegaan met gemeenten waarna is besloten extra

    (incidentele) middelen beschikbaar te stellen voor 2021 en 2022 aan gemeenten voor de tekorten vanwege de jeugdzorg. Voor het jaar 2021 heeft het kabinet € 793 miljoen aan extra middelen beschikbaar gesteld voor wachttijden specialistische zorg, verdringing lichte jeugdproblematiek en praktijkondersteuner jeugd ggz.

  • De financiële vertaling van de compensatiepakketten corona.

  • Het uitstellen van de invoering van de nieuwe Inburgeringswet met een half jaar naar 1 januari 2022.

  • Definitieve uitname Wet Langdurige Zorg (Wlz). Mensen met een psychische stoornis krijgen toegang tot de Wlz. Er is sprake van een hogere definitieve uitname van € 149 miljoen uit de integratie uitkering beschermd wonen, omdat er meer cliënten dan geraamd zijn overgegaan van de Wmo beschermd wonen naar de Wlz. Verder heeft er ook een nacalculatie plaatsgevonden op de uitname van middelen uit het gemeentefonds naar de Wlz voor bewoners van Wlz-instellingen met en zonder behandeling inzake (nieuwe) mobiliteitshulpmiddelen (hierdoor vinden er geen verstrekkingen meer plaats uit de Wmo 2015 zoals een rolstoel en een scootmobiel).

  • Het besluit van het kabinet om de oploop in de opschalingskorting voor gemeenten in de jaren 2020 en 2021 incidenteel te schrappen. Dit leidt tot een verhoging van de algemene uitkering van het gemeentefonds van € 160 miljoen in 2021. De opschalingskorting is overigens nog niet structureel van tafel.

  • Het mogelijk toch willen invoeren van de herverdeling van het gemeentefonds per 1 januari 2023 door het Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK), ondanks dat er voorbij wordt gegaan aan het advies van de Raad van het Openbaar Bestuur (ROB) dat stelt dat het nieuwe model nog niet aan alle eisen uit het beoordelingskader voldoet, met name op het punt van uitlegbaarheid en de twijfels over de kostengeoriënteerdheid in het sociaal domein. De VNG volgt hierin het advies van de ROB, waarbij begin januari 2022 een resolutie 'naar een uitlegbaar en stabiel beter verdeelmodel gemeentefonds' is aangenomen door de gemeenten.

Deelnemingen

Alliander N.V.

In 2021 heeft Alliander een reverse converteerbare hybride aandeelhouderslening van € 600 miljoen uitgegeven. Hiermee is Alliander erin geslaagd om in het licht van de steeds groter wordende investeringsopgave haar financiële positie te versterken. Door deelname aan de aandeelhouderslening leveren de aandeelhouders (provincies en gemeenten) een belangrijke bijdrage aan de energietransitie en het energienet van de toekomst. Pumerend neemt deel aan deze lening met een bedrag van € 1.337.838. Deze lening wordt geclassificeerd als financiële vaste activa en is gebaseerd op het aantal aandelen waarover Purmerend beschikt volgens het aandeelhoudersregister in Alliander N.V. (302.719 aandelen, dit is 0,221%) vermeerderd tot 100,8% van het pro rata aandeel in Alliander.

Alliander zal de lening (onder nauwkeurig omschreven voorwaarden) tezijndertijd geheel of gedeeltelijk converteren naar aandelen, waarmee het mogelijk blijft om de komende jaren én de energietransitie te financieren én een goede rating te behouden. Zolang de lening niet (geheel) is geconverteerd ontvangen de aandeelhouders een marktconforme rente van 1,975%. De huidige verwachting daarbij is dat er in 2025 € 400 miljoen wordt geconverteerd en in 2028 de resterende € 200 miljoen. Op het moment dat de lening wordt geconverteerd naar aandelen, gaan deze aandelen meedelen in het uit te keren dividend van Alliander.

ROM InWest

In 2021 heeft de oprichting transitiefonds Regionale Ontwikkelingsmaatschappij (ROM) InWest plaatsgevonden. Purmerend heeft hierin een deelname, waarbij alle aandeelhouders worden gevormd door alle partijen die kapitaal beschikbaar stellen. Het stemrecht in de Algemene Aandeelhoudersvergadering (AVA) spiegelt de kapitaalinbreng. Daarmee krijgt Purmerend als aandeelhouder stemrecht naar rato van onze kapitaalinbreng. De doelstelling van ROM InWest is om, indien de markt hier onvoldoende in voorziet, bij te dragen aan het versterken van regionale economie en aan het realiseren van de transitieopgaven op energie en aan circulariteit en innovatief mkb. Daarnaast kan de ROM InWest bijdragen aan duurzaam herstel van de regionale economie.

Purmerend is conform de akte van oprichting aandeelhouder met 2.399 aandelen elk € 1 groot. Hierbij zal Purmerend voor een totaal kapitaal van € 2.399.000 aan deelnemen. De totale investering is gebaseerd op 1% van het begrotingstotaal 2019. Het overige deel van de toegezegde inleg zal worden opgevraagd middels zogenaamde "Capital Calls". Dit houdt in dat niet eerder dan noodzakelijk op basis van investeringsvragen uit het bedrijfsleven aan Purmerend zal worden gevraagd dit bedrag over te maken. Dit zal dan geboekt worden als agiostorting in InWest Regio BV.

Deze deelneming wordt geclassificeerd als financiële vaste activa en gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Over deze deelneming wordt niet afgeschreven, maar alleen belast met een rentelast. Dit betekent dat de gemeente Purmerend als rechtspersoon deelneemt aan een nieuwe verbonden partij. Deze vindt u terug in de paragraaf verbonden partijen.

Stadsverwarming Purmerend (SVP)

De aandelen in Stadsverwarming Purmerend (SVP) zijn voor 100% in handen van gemeente Purmerend. Sinds 2012 is de deelneming gewaardeerd op € 38,27 miljoen (oorspronkelijk € 42,6 miljoen).

In 2021 zien we de volgende ontwikkelingen:

  • Het project leidingrenovatie ligt op schema. Van de bijna 7.600 woningen in Purmer-Noord, Purmer-Zuid en Gors Noord zijn sinds de start in 2019 bij 5.190 woningen de huisaansluitingen vervangen.

  • De productie van de BWC is voor 2020 uitgekomen op 902.815 GJ. Dat is 1,4% meer dan 2020 en het hoogste sinds de inbedrijfstelling van de BWC. De inzet van de gascentrales is gestegen (34%) vanwege de koudepiek en het feit dat de BWC al maximaal draaide. Per saldo is 66% van de totale warmtevraag duurzaam geproduceerd. Dit is lager dan vorig jaar. Dit komt dus niet door het minder draaien van de BWC, maar voor de koudepieken is extra gasstook nodig geweest.

  • SVP heeft ultimo 2019 27.033 klanten (27.943 aansluitingen), een toename ten opzichte van 2019 van 436 klanten (602 aansluitingen). Het aantal wegens wanbetaling afgesloten klanten is in 2020 bijzonder laag gebleven. Ultimo 2021 waren er 16 wegens wanbetaling afgesloten klanten (ultimo 2020: 12). Dit is 0,046 van alle klanten van SVP en dit percentage ligt ruim onder het gemiddelde van 0,3% van de energiesector.

  • De klanttevredenheid is vorig jaar van een 7,2 naar een 7,4 gegaan. Dit wordt twee jaarlijks opgevraagd.

  • Overige ontwikkelingen zijn de voorbereiding van BWC2, de samenwerking met HVC voor Geothermie, de samenwerking met het Waterschap voor warmte uit rioolwater, de plaatsing van slimme meters en de bijbehorende ICT transitie, de leidingrenovatie en de voorbereiding vervolg Proeftuin Gasvrij.

  • Voor het aantal leveringsonderbrekingen werd in 2021 in 1 geval compensatie uitbetaald. Het aantal ongeplande onderbrekingen bedroeg in 2021 40 (2020: 65). Het aantal geplande onderbrekingen was in 2021: 515. Dat is 31 meer dan in 2020. Deze toename is het gevolg van de grootschalige leidingrenovatie.

Ontwikkeling resultaat 2021
De netto omzet van SVP is in 2021 uitgekomen op € 37,4 miljoen, dit is 14,1% hoger (€ 4,6 miljoen) dan in 2020. Dit komt door € 1,7 miljoen meer afzet als gevolg van het koudere weer en € 2,7 miljoen meer inkomsten vastrecht door meer aansluitingen, meer afleversets in eigendom en met name een hoger vastrechttarief.

Het resultaat na belastingen over 2021 is € 7,5 miljoen positief. Dit bestaat uit:

  • Een resultaat uit normale bedrijfsvoering van € 3,9 miljoen;

  • Een vrijval van een balanspost na te betalen bedrag over 2016 aan EB/ODE van € 3,3 miljoen;

  • Een belastingresultaat van € 0,3 miljoen.

Dit is € 4,8 miljoen beter dan de prognose uit november 2021. Dit komt door de niet begrote vrijval EB/ODE (€ 3,3 miljoen), er in het laatste kwartaal sprake was van een 13,4% hogere afzet als gevolg van een kouder jaareinde (€ 0,5 miljoen, komt doordat Q4 voorzichtig begroot wordt), beter BWC resultaat (€ 0,2 miljoen), door lagere kosten en diversen (€ 0,8 miljoen). Het geplande onderhoud aan de productiefaciliteiten is wel uitgevoerd, maar er is minder onderhoud gepleegd aan het netwerk. Daarnaast is er efficiency geboekt door te combineren met ander werk. Er is geen budget voor onderhoud extra in 2022 nodig.

Van het resultaat 2021 gaat dan ook € 0,7 miljoen naar de gemeente (cf begroting en afspraken met de gemeente). De rest (€ 6,8 miljoen) wordt conform afspraken met de aandeelhouder toegevoegd aan het eigen vermogen van SVP.

PGR11

Realisatie 2020

Begroting 2021 primitief

Begroting 2021 bijgesteld

Realisatie 2021

Afwijking

Lasten

951

-3.359

-297

-443

-146

Baten

161.718

160.642

171.266

173.946

2.680

Saldo

162.669

157.284

170.969

173.503

2.534

Financiële toelichting

De algemene dekkingsmiddelen laten per saldo een voordelige afwijking zien van € 2.534.000. Dit komt door € 2.680.000 hogere baten en € 146.000 hogere lasten. De afwijkingen worden hierna per onderdeel toegelicht .

Realisatie 2020

Begroting 2021 primitief

Begroting 2021 bijgesteld

Realisatie 2021

Afwijking

1 Lokale heffingen

Lasten

-43

-41

-41

-46

-4

Baten

14.313

15.045

14.820

14.627

-193

14.271

15.004

14.779

14.581

-198

2 Nog te bestemmen middelen

Lasten

-

-2.640

-

-

-

Baten

-

-

-

-

-

-

-2.640

-

-

-

3 Gemeentefonds

Lasten

-13

-

-

-

-

Baten

144.539

142.850

153.711

156.458

2.747

144.526

142.850

153.711

156.458

2.747

4 Eigen financieringsmiddelen

Lasten

2.092

39

461

479

18

Baten

819

684

639

682

43

2.911

723

1.100

1.161

61

5 Deelnemingen

Lasten

-993

-716

-716

-694

22

Baten

2.110

2.063

2.095

2.129

34

1.117

1.347

1.379

1.435

56

6 Incidentele baten en lasten

Lasten

-93

-

-

-183

-183

Baten

-64

-

-

50

50

-156

-

-

-133

-133

Toelichting per product

1. Lokale heffingen

De baten zijn € 193.000 lager dan begroot. Ook dit jaar heeft het college als gevolg van de coronacrisis gedurende 2021 verschillende stimuleringsmaatregelen genomen om de crisis draaglijker te maken. De lagere baten die hier worden gepresenteerd zijn inclusief de effecten van corona. In 2021 is gekozen om geen precario te heffen bij de ondernemers in de horeca en retail en is het budget voor de toeristenbelasting verminderd als gevolg van inkomstenderving. Voor deze effecten wordt verwezen naar de coronabijlage.

3. Gemeentefonds

De uitkering uit het gemeentefonds is in 2021 verantwoord voor bijna € 156,5 miljoen. Dit is incidenteel ruim € 2,7 miljoen meer baten dan begroot.

Uitkeringsjaar

Bijgestelde
Begroting

Realisatie

Afwijking

2019

-

118.482

118.482

2020

-

172.942

172.942

2021

153.239.345

155.694.728

2.455.383

Totaal gemeentefonds

153.239.345

155.986.152

2.746.806

Uitkeringsjaar 2021

Het resultaat van de algemene uitkering 2021 is op basis van de laatste specificatie Binnenlandse Zaken (2021-12 nr. 9) en bedraagt € 156.694.728. Dit is € 2.455.383 hoger dan geraamd in de tweede tussenrapportage 2021. De hogere uitkering is veroorzaakt door een voordeel van € 1.673.157 uitdeling 6e tranche coronacompensatie, een voordeel van € 628.853 op bestaande en nieuwe taakmutaties (o.a. aanpak jeugdzorg, wet kwaliteitsborging en versterking gemeentelijke dienstverlening i.v.m. stelselvernieuwing voor de burgers) en een voordeel van € 153.373 op integratie/decentralisatie uitkeringen en de uitkeringsfactor (+1 punt) door bijstellingen in de landelijke maatstaven.

Nabetalingen over vorige jaren (2019 en 2020)
  • De nabetaling over 2018 is € 118.482 hoger dan begroot door de vaststelling van de inkomstenmaatstaf OZB.

  • De hogere nabetaling van € 172.942 over 2020 betreft nadere vaststellingen van de maatstaven jongeren, leerlingen, huishoudens, medicijngebruik en een verlaging van de uitkeringsfactor (-1 punt).Dit geeft per saldo een voordeel voor 2020.

Alle afwijkingen zijn incidenteel van aard.

Compensatie gevolgen coronacrisis

Het kabinet heeft na de tweede tussenrapportage 2021 een zesde tranche van ruim € 300 miljoen in het gemeentefonds voor compensatie van de gevolgen van de coronacrisis beschikbaar gesteld. Deze compensatie is deels nog voor 2020 en 2021. Hieronder is de financiële vertaling en verdeling van de Rijkscompensatie 2021 voor Purmerend uiteengezet.

Onderwerp/uitdeling via

Circulaire

Periode

Bedrag

Extra kosten 2e kamerverkiezingen 2021 Covid-19 (via DU)

Maart 2021

2021

106.771

Herindelingsverkiezingen Covid-19 (via DU)

December 2021

2021

167.762

Subtotaal 01 Publiekdiensten

274.533

Aanvullend pakket re-integratie (via AU)

December 2020

2021

283.307

Impuls re-integratie (via AU)

December 2020

2021

151.283

Gemeentelijk schuldenbeleid (via AU)

December 2020

2021

139.346

Bijzondere bijstand (via AU)

December 2020

2021

48.403

Cultuurmiddelen (via DU)

December 2020

Jan-Juni

695.395

Extra begeleiding kwetsbare groep (via AU)

Maart 2021

2021

194.397

Bestrijden eenzaamheid ouderen (via AU)

Maart 2021

2021

175.904

Perspectief jeugd en jongeren (via AU)

Maart 2021

2021

92.935

Jongerenwerk Jeugd (via AU)

Maart 2021

2021

66.117

Mentale ondersteuning Jeugd (via AU)

Maart 2021

2021

55.396

Activiteiten en ontmoetingen Jeugd (via AU)

Maart 2021

2021

38.628

Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) (via AU)

Maart 2021

Jan-Mrt

295.614

Maatschappelijke opvang en Oggz: begeleiding kwetsbare groepen (via DU)

Maart 2021

2021

41.965

Meerkosten/inhaalzorg sociaal domein (via AU)

December 2021

2021

248.296

Maatschappelijke opvang en Oggz: meerkosten/inhaalzorg sociaal domein (via DU)

December 2021

2021

349.376

Beschermd wonen: meerkosten/inhaalzorg sociaal domein (via IU)

December 2021

2021

27.272

SW-bedrijven (via IU)

December 2021

Jan-Okt

142.662

Voorschoolse voorziening peuters: gemeentelijke regelingen (via DU)

Maart 2021

Dec-Febr

20.071

Herorientatie zelfstandigen (via DU)

Mei 2021

2021

23.738

Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) (via AU), 2e tranche

September 2021

2021

878.939

Lokale cultuur (via AU)

September 2021

2021

226.283

Lokale cultuur (via AU)

December 2021

2021

189.789

Buurt- en dorpshuizen (via AU)

September 2021

2021

48.508

Subtotaal 02 Samenleving

4.433.625

Afvalinzameling (via AU)

Maart 2021

2020

128.753

Subtotaal 04 Milieu

128.753

Vervallen opschalingskorting (via AU)

September 2020

2021

732.982

Inkomstenderving 2020 (via DU)

December 2021

2020

548.000

Subtotaal algemene dekkingsmiddelen

1.280.982

Totaal aan compensatie vanuit gemeentefonds ontvangen in 2021

6.117.892

Wv. Compensatie voor 2020

676.753

Wv. Compensatie voor 2021

5.441.140

Uit bovenstaande tabel blijkt dat in de decembercirculaire 2021 extra compensatie is verstrekt van € 1.673.1567 ten opzichte van de tweede tussenrapportage (stand t/m 5e tranche € 4.444.735). Hierbij volgen we de algemene lijn: coronamaatregelen dekken uit algemene reserve en bij compensatie weer terug laten vloeien.

Voor een aantal compensatiemaatregelen is de exacte verdeling en daarmee het bedrag per gemeente nog niet bekend c.q. opgenomen, omdat bijvoorbeeld voor het bepalen van de definitieve compensatie van de inkomstenderving over 2021 de afspraak geldt dat dit in 2022 gebeurt op basis van de vastgestelde jaarrekeningcijfers 2021. Het gaat om de volgende compensatiemaatregelen:

  • meerkosten jeugdwet en Wmo 2015;

  • compensatie inkomstenderving 2021;

  • lokale en culturele sector;

  • zwembaden en ijsbanen en steun sportverenigingen;

  • extra toezicht handhaving voor invoering van de CTB op de naleving (via Veiligheidsregio).

De financiële compensatie voor bovengenoemde maatregelen voor 2021 uit het nieuwe aanvullende pakket zal worden verwerkt in 2022, nadat het ministerie BZK de bedragen per gemeente heeft bepaald en beschikt. Inmiddels is er voor 2022 al voor ruim € 390.000 aan corona 2022 bevoorschot voor de onderdelen re-integratie (impuls en aanvullend pakket), gemeentelijk schuldenbeleid en bijzondere bijstand.

4. Eigen financieringsmiddelen

Het renteresultaat geeft een batig saldo van € 61.000. Dit structurele rentevoordeel wordt grotendeels veroorzaakt door:

  • leningen die tegen een lager rentepercentage zijn aangetrokken;

  • het tijdspad waarover wordt gerekend: in de raming is gerekend vanaf november, terwijl de leningen zijn aangetrokken half december. Dit geeft een voordeel op de transitorische rente;

  • een lagere herfinanciering van bijna € 19,6 miljoen t.o.v. de bijgestelde begroting 2021 (verwachting € 69,9 miljoen).

Het structurele rentevoordeel zal worden verwerkt in de Kadernota 2023.

5. Deelnemingen

Het voordeel bij de deelnemingen wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door het aantrekken van een tweetal leningen in 2021 door de Stadsverwarming van € 20 miljoen binnen de afgesproken ruimte van het afgesproken leningplafond. Voor de borgstelling ontvangt de gemeente 1% risicoprovisie over de openstaande hoofdsom van de geborgde leningen. 

6. Incidentele baten en lasten

Het saldo van incidentele baten en lasten geeft per saldo een nadeel van € 133.000. Dit nadeel wordt grotendeels veroorzaakt door:

  • Een extra dotatie oninbaarheid van € 183.000 om de toereikendheid van de voorzieningen dubieuze debiteuren (algemeen en belastingen) op het gewenste niveau te brengen.

  • Sinds 2004 liep er een civiele procedure wegens het vermeend onterecht weigeren van detailhandel in 2004 met ITD Real Estate BV. Hiervoor was een eigen risico van € 50.000, waarvoor destijds een voorziening is getroffen. Eventuele verdere vermogensschade voor de gemeente was afgedekt door middel van een verzekering. Het Hof heeft op 17 november 2020 arrest gewezen in deze zaak en de eis van ITD Real Estate verworpen. Daarna is ITD Real Estate niet in cassatie gegaan tegen het arrest. De voorziening kan nu worden opgeheven worden door de dotatie van € 50.000 vrij te laten vallen.

Reserves

Algemene dekkingsmiddelen heeft naast de Algemene reserve (separaat toegelicht bij Financieel resultaat) geen reserves.

Voorzieningen

Algemene dekkingsmiddelen heeft geen voorzieningen.

Structurele effecten

Onderwerp (-/- is lagere baten / lasten x € 1.000)

Lasten

Baten

Hoger rentevoordeel op aangetrokken langlopende leningen

-

38

Totaal

-

38

Incidentele lasten en baten

Onderwerp (-/- is lagere baten/lasten x € 1.000)

Lasten

Baten

Frictiebudget fusie Beemster-Purmerend

105

1.047

Coronacompensatie Rijk

-

1.673

Afwikkeling civiele procedure Real Estate

-

50

Totaal

105

2.770