In de paragraaf lokale heffingen vindt de verantwoording plaats van de realisatie van het beleid en de financiën van de lokale heffingen 2021.
In onderstaande tabellen staat inzichtelijk welk percentage kostendekkendheid in de bijgestelde begroting was geraamd en in de rekening is gerealiseerd.
Bedrag in € | Primitieve begroting 2021 | Bijgestelde begroting 2021 | Rekening |
---|---|---|---|
Lasten | 10.901.560 | 10.836.770 | 10.755.087 |
Btw | 1.275.118 | 1.275.118 | 1.275.118 |
Overhead | 1.871.557 | 1.871.557 | 1.871.557 |
Totaal lasten | 14.048.235 | 13.983.445 | 13.901.762 |
Baten | 13.965.821 | 14.444.031 | 14.434.138 |
Saldo | 82.414 | -460.586 | -532.376 |
Corona effect (dekking algemene reserve) | - | -340.000 | -190.426 |
Onttrekking voorziening afvalstoffenheffing (tarief 2021) | -82.414 | -82.414 | -82.414 |
Dotatie voorziening afvalstoffenheffing (jaarrekening 2021) | - | 883.000 | 805.216 |
Kostendekkendheid | - | - | - |
Kostendekkendheid in % | 100% | 100% | 100% |
In de berekening van het tarief afvalstoffenheffing hielden we rekening met € 1,3 miljoen dekking door btw die we aan inwoners doorrekenen. De doorgerekende overhead betrof 53% van de loonkosten van het product afvalverwijdering. Voor deze onderdelen hanteren we in de jaarrekening de getallen van de begroting (voorcalculatie = nacalculatie). In 2020 was € 151.299 beschikbaar in de voorziening afvalstoffenheffing. In de tariefsberekening 2021 is rekening gehouden met een onttrekking aan de voorziening van € 82.414. Door een positief resultaat over 2021 met name door sterk gestegen opbrengsten van reststoffen (gemeld in de 2e tussenrapportage) is per saldo € 805.216 gedoteerd aan de voorziening. Van het saldo van de voorziening ultimo 2021 (€ 874.101) is € 225.000 betrokken bij de tariefstelling van de afvalstoffenheffing 2022 en € 649.101 wordt in de voorziening aangehouden om mogelijke tegenvallers binnen afvalbeheer op te kunnen vangen. Het tarief van de afvalstoffenheffing 2021 is met deze dotatie volledig kostendekkend.
Bedrag in € | Primitieve begroting 2021 | Bijgestelde begroting 2021 | Rekening |
---|---|---|---|
Lasten | 5.598.780 | 5.716.592 | 5.688.865 |
Btw | 776.456 | 776.456 | 776.456 |
Overhead | 963.211 | 963.211 | 963.211 |
Totaal lasten | 7.338.447 | 7.456.259 | 7.428.532 |
Baten | 7.710.461 | 7.710.461 | 7.737.247 |
Saldo | -372.014 | -254.202 | -308.715 |
Onttrekking voorziening gemeentelijke watertaken | - | - | - |
Dotatie voorziening gemeentelijke watertaken | 372.014 | 254.202 | 308.715 |
Kostendekkendheid | - | - | - |
Kostendekkendheid in % | 100% | 100% | 100% |
In de berekening van het tarief rioolheffing hielden we rekening met € 0,8 miljoen dekking door btw die we aan inwoners doorrekenen. De doorgerekende overhead betrof 53% van de loonkosten van het product riolering. Voor deze onderdelen hanteren we in de jaarrekening de getallen van de begroting (voorcalculatie = nacalculatie). In 2020 was € 2.192.726 beschikbaar in de voorziening gemeentelijke watertaken. Als gevolg van doorgeschoven werkzaamheden is in 2021 per saldo € 308.714 gedoteerd aan de voorziening gemeentelijke watertaken. Het saldo van de voorziening bedraagt ultimo 2021 € 2.501.440. Dit saldo zal worden betrokken bij het nieuw op te stellen GRP. Het tarief van de rioolheffing 2021 is met deze dotatie volledig kostendekkend.
Bedrag in € | Primitieve begroting 2021 | Bijgestelde begroting 2021 | Rekening |
---|---|---|---|
Leges Omgevingsvergunningen: | |||
Lasten | -1.945.755 | -2.375.132 | -2.325.022 |
Baten | 1.945.755 | 2.220.904 | 1.962.410 |
Saldo | nihil | -154.228 | -362.612 |
Kostendekkendheid in % | 100% | 94% | 84% |
Leges Begraafplaatsen: | |||
Lasten | -700.448 | -673.362 | -706.852 |
Baten | 326.876 | 563.325 | 671.568 |
Saldo | -373.572 | -109.837 | -35.284 |
Kostendekkendheid in % | 47% | 84% | 95% |
Leges Markten: | |||
Lasten | -186.541 | -256.806 | -147.450 |
Baten | 119.067 | 69.067 | 72.202 |
Saldo | 67.474 | 187.739 | 75.248 |
Kostendekkendheid in % | 64% | 27% | 49% |
Noot: gerealiseerde aantallen beïnvloeden voor de meeste legessoorten het percentage kostendekkendheid. Die zijn variabel en niet altijd goed vooraf in te schatten. De lasten betreffen voornamelijk personeel en zijn minder variabel.
Dit zijn de vergoedingen voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor de bouw van een woning, een bedrijfspand, het kappen van een boom, slopen van een pand, mogen afwijken van een bestemmingsplan etc, dit noemen wij Wabo-leges naar de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. We mogen op totaalniveau van de legesverordening geen ‘winst’ maken. De kosten (incl. extracomptabele overhead) moeten worden gedekt uit de heffing. In 2021 is er een verhoging van de opbrengst geraamd om extra kosten van de invoering van de Omgevingswet te dekken. Deze verhoging is niet gerealiseerd.
Lijkbezorgingsrechten worden onder meer geheven voor het gebruik van de aula, het begraven van stoffelijke overschotten en het bijzetten van asbussen in de urnenmuur. Purmerend streeft hierbij naar kostendekkende tarieven, waarin rekening is gehouden met de kosten van het onderhoud van de gemeentelijke begraafplaatsen. In 2020 heeft er een onderzoek plaatsgevonden naar de hoogte van de tarieven en de mate van kostendekkendheid. Het onderzoek wijst uit dat de tarieven niet geheel kostendekkend zijn. Harmonisatie van deze tarieven moet nog plaatsvinden. Dat zal gebeuren na de harmonisatie van de beheersverordening begraafplaatsen in 2022.
Marktgelden worden geheven op zowel reguliere weekmarkten als incidentele marktdagen en bestaan uit tarieven voor het plaatsen van marktkramen en het parkeren bij markten. Over 2021 zijn er in verband met COVID-19 niet (of gedeeltelijk) marktgelden in rekening gebracht. Overigens zijn de marktgelden niet kostendekkend voor Purmerend.
Soort | Raming 2021 voor wijziging | Raming 2021 na wijziging | Werkelijk |
---|---|---|---|
Onroerende zaakbelasting (OZB): | |||
-Gebruikers (alleen bedrijven) | 2.083.804 | 2.083.804 | 2.055.464 |
-Eigenaren | 12.117.847 | 12.117.847 | 11.971.765 |
Belasting op roerende woon- en bedrijfsruimten (RWB) | 11.658 | 11.658 | 13.858 |
Afvalstoffenheffing | 12.922.100 | 12.922.100 | 12.830.019 |
Reinigingsrecht | 80.000 | 80.000 | 79.282 |
Rioolheffing | 7.705.900 | 7.705.900 | 7.649.292 |
Parkeerbelastingen | 3.726.235 | 2.729.984 | 2.727.778 |
Precariobelasting | 214.294 | 794 | 8.548 |
Hondenbelasting | 417.784 | 421.225 | 423.252 |
Reclamebelasting | 150.000 | 150.000 | 120.550 |
Toeristenbelasting | 50.000 | 35.000 | 13.000 |
BedrijvenInvesteringsZones (BIZ) | 83.425 | 83.425 | 63.375 |
Overige leges (o.a. burgerlijke stand, GBA, woonzaken, APV) | 740.445 | 766.845 | 756.834 |
Totaal lokale heffingen | 40.303.492 | 39.108.852 | 38.713.015 |
De heffing en inning hebben plaatsgevonden overeenkomstig het vastgestelde beleid.
In 2021 zijn er 7.267 naheffingsaanslagen opgelegd (2020: 6.694 naheffingsaanslagen) omdat op het moment van de controle er geen of onvoldoende parkeergeld betaald was. Er zijn 1.192 bezwaarschriften ingediend (2020: 1.068 bezwaarschriften). In 70% van de gevallen is het bezwaar gegrond verklaard (2020: 72%) . Met name de bezwaren waarbij parkeergeld betaald is met behulp van de smartphone leidt in de meeste gevallen tot toekenning van de bezwaarschriften. Achteraf blijkt dan parkeergeld te zijn betaald, maar heeft de parkeerder een vergissing gemaakt bij het aanmelden van het juiste kenteken met de smartphone. Op grond van jurisprudentie is het in die situaties nodig het bezwaar toe te kennen omdat er parkeerbelasting betaald is. In 2021 is de opbrengst straatparkeren (incl. naheffing) in de begroting met bijna € 1 miljoen verlaagd. Dit was voor een groot deel toe te schrijven aan de coronacrisis (voor circa incidenteel € 700.000) en voor het overige deel (structureel € 300.000) omdat de parkeerontwikkelingen vanaf 2019 nog niet goed in de begroting waren vertaald. Inmiddels is de beheersing van aantallen plekken per gebied met bezetting en tarief op orde. Afgesproken is om de tarieven in 2022 tegen het licht te houden met het oog op het einde van de coronacrisis en de uitbesteding van de exploitatie van de parkeergarages. Hierover zal een voorstel aan de raad worden voorgelegd.
Over 2021 zijn er in verband met COVID-19 geen aanslagen precariobelasting opgelegd voor terrassen en voor uitstallingen bij winkels.
Bij toeristenbelasting is de hoogte van de verschuldigde toeristenbelasting altijd pas bekend na afloop van het kalenderjaar. In 2021 zijn er als gevolg COVID-19 minder overnachtingen geweest.
In oktober 2021 is de jaarlijkse huis-aan-huis controle uitgevoerd voor de hondenbelasting. Deze jaarlijkse controle wordt over 1/3e deel van de gemeente uitgevoerd. De hercontrole heeft in totaal 326 nieuwe aanmeldingen voor de hondenbelasting opgeleverd. In maart en april 2022 wordt opnieuw een huis-aan-huiscontrole uitgevoerd. In Beemster zal de controle worden uitgevoerd bij alle woningen. Bij Purmerend zal dit opnieuw 1/3e deel van de gemeente omvatten. Uitgezonderd van de controle zijn de adressen in het buitengebied (buiten de bebouwde kom), deze adressen zijn vrijgesteld voor de hondenbelasting.
Eind 2019 heeft er een draagvlakonderzoek plaatsgevonden onder de ondernemers in de binnenstad voor het invoeren van een BIZ Binnenstad met ingang van 2020. Na het tellen van de stemmen bleek er onvoldoende draagvlak te zijn onder de ondernemers. Als gevolg hiervan bleef de reclamebelasting voor de ondernemers van de binnenstad van kracht. De opbrengst reclamebelasting wordt na aftrek van de door de gemeente gemaakte perceptiekosten overgemaakt naar de Stichting Binnenstad Ondernemersfonds Purmerend (BOF). BOF organiseert activiteiten in het centrumgebied met als doel klanten te verleiden, het verblijf in de historische binnenstad te verlengen en te intensiveren. In maart 2022 wordt gestart met de voorbereidingen van een nieuwe draagvlakonderzoek onder de ondernemers van de binnenstad voor het invoeren van een BIZ Binnenstad. In het laatste kwartaal 2022 zal de uitkomst van de stemming bekend zijn.
Bij de leges burgerzaken is er door COVID-19 in 2021 een inhaalslag geweest bij naturalisatie aanvragen en was er door minder reisbeperking een toenemende vraag naar reisdocumenten. Ook was er een stijging van de leges bij nutsbedrijven (o.a. diverse werkzaamheden glasvezel, elektriciteit, water en overige telecom). Daarentegen zijn de leges vervoersvoorzieningen (voor aanvullend openbaar vervoer, AOV) verwijderd uit de legestabel in verband met het onterecht innen van leges op pasjes vanaf 2012. Voor de terugbetaling is een reservering in deze jaarrekening getroffen.
Er zijn in 2021 1.089 bezwaarschriften (dossiers) ingediend naar aanleiding van de jaarlijkse herwaardering van de woningen en de niet woningen. In 40% van de gevallen is de WOZ waarde verlaagd. In 2020 waren er 1.014 bezwaarschriften ingediend . De WOZ waarde werd toen bij 32% van de ingediende bezwaarschriften verlaagd. Het percentage verlagingen komt overeen met het landelijke beeld. Gemiddeld genomen over de jaren 2018, 2019 en 2020 zijn landelijk 39% van de waarden in bezwaar verlaagd. (bron: website waarderingskamer “Feiten over de WOZ").
Omschrijving | Afvalstoffenheffing | Rioolrecht (gebruik) | Totaal | ||
Aantal | Bedrag | Aantal | Bedrag | Verleend | |
Automatische kwijtschelding 2020 | 1.758 | 572.827 | 1.758 | 121.452 | 694.279 |
Automatische kwijtschelding 2021 | 1.736 | 607.434 | 1.736 | 124.666 | 732.100 |
Kwijtschelding op verzoek 2020 | 476 | 146.838 | 476 | 31.146 | 177.894 |
Kwijtschelding op verzoek 2021 | 492 | 166.288 | 492 | 34.123 | 200.411 |
Totaal 2020 | 2.234 | 719.665 | 2.234 | 152.598 | 872.263 |
Totaal 2021 | 2.228 | 773.722 | 2.228 | 158.789 | 932.511 |
Jaarlijks vindt er een onderzoek plaats van alle openstaande vorderingen. De mate van verhaalbaarheid is onderzocht. De redenen dat opgelegde aanslagen oninbaar worden verklaard zijn bijvoorbeeld dat burgers verhuizen zonder een nieuw adres door te geven. Ook maken burgers gebruik van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WNSP). Bij bedrijven gaat het vaak om faillissementen. De controle heeft geleid tot een voorstel om € 168.978 af te boeken als oninbaar van nog openstaande belastingbedragen. Het percentage oninbaar bedraagt hierdoor 0,48% .